A&F Hoofdstuk 8. Zintuigen - Anatomie & Fysiologie Hoofdstuk 8. Zintuigen  U kunt de drie - Studeersnel (2024)

Gebaseerd op LOI leerdoelen.

Vak

32Documenten

Studenten deelden 32 documenten in dit vak

Universiteit

Leidse Onderwijsinstellingen

Studiejaar: 2019/2020

Boek in lijstFysiologie en Anatomie

Aanbevolen voor jou

  • 41Zenuwstelsel - Samenvatting Fysiologie en AnatomieVerpleegkundeSamenvattingen98% (41)
  • 13Fysiologie en Anatomie H1, H2Anatomie/Fysiologie 1Samenvattingen100% (14)
  • 7Samenvatting mondzorgkunde 1.8Fysiologie MondzorgkundeSamenvattingen100% (6)

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Andere studenten bekeken ook

  • Bouw en werking van het zenuwstelsel en bewegingsapparaat

Gerelateerde documenten

  • Hoofdstuk 1 : De basis van anatomie en fysiologie
  • Samenvatting anatomie
  • Anatomie circulatie 1 - Samenvatting
  • Anatomie circulatie 3 - Samenvatting
  • Anatmie verteringsstelsel
  • Anatomie ademhalingsstelsel 1

Preview tekst

Anatomie & Fysiologie

Hoofdstuk 8. Zintuigen

 U kunt de drie soorten zenuwcellen (sensorische neuronen, motorische neuronen en schakelneuronen) beschrijven en daarbij de relatie uitleggen met het bewegingsstelsel en zintuigen en zintuigelijke waarneming (kou, pijn, angst). U kunt aangeven welke vijf zintuigen (gehoor, gezichtsvermogen, reukzin, smaakzin, tastzin) worden onderscheiden, wat de functie en de werking is.

Een zintuig is een orgaan dat een bepaald soort prikkels, waarvoor het gevoelig is, in devorm van een impuls via een afferente zenuw doorgeeft aan een bepaald gedeelte vande hersenen waar men zich al dan niet van de prikkel bewust wordt. De omzetting vaneen adequate (passende) prikkel naar impulsen vindt plaats in de zintuigcellen(sensoren). Prikkels komen niet alleen vanuit de buitenwereld maar ook vanuit hetlichaam zelf, zoals pijn, hongergevoel, dorst, spanning en angst. Enkele voorbeelden vanprikkels van buiten het lichaam zijn koude, warmte, lawaai, donker/licht, kleur en geur.

Informatie over ons lichaam en de wereld daarbuiten kan als verschillende vormen vanenergie worden ontvangen: als geluid, licht, warmte, chemische energieenzovoort. Sensoren zijn in staat om deze vormen van energie om te zetten inelektrische energie in de vorm van een verandering in de membraanpotentiaal(sensorpotentiaal). Dit verschijnsel wordt transductie genoemd. Iedere sensor kanslechts één vorm van energie omzetten. Iedere passende prikkel leidt tot eenverandering in de permeabiliteit van het sensormembraan en zo tot depolarisatie van desensor.

Er is sprake van een generatorpotentiaal wanneer het sensormembraan voldoendegedepolariseerd is om een actiepotentiaal op te wekken. Hierbij wordt het analogesignaal van de generatorpotentiaal omgezet naar het digitale signaal van eenzenuwvezel: wel of geen actiepotentiaal. Prikkels, die niet tot een actiepotentiaal leiden,worden subliminale prikkels genoemd. Een afferent neuron, dat de informatie doorgeeftaan het centrale zenuwstelsel, is vaak (eventueel via schakelcellen) geschakeld metmeerdere sensoren. De drempelwaarde van het afferente neuron wordt overschredenindien de sensorpotentiaal van één sensor groot genoeg is of wanneer voldoendesensoren tegelijk depolariseren. Alleen in dat geval geeft het afferente neuron eenactiepotentiaal af en worden we de prikkel bewust ( supraliminale prikkel ). Sterkeresensorische prikkels genereren meer actiepotentialen per seconde.

Soorten zintuigcellen:

chemosensoren , gevoelig voor chemische stoffen; Bevinden zich in het reukzintuig en het smaakzintuig. thermosensoren , gevoelig voor temperatuurverschillen; hiertoe behoren de warmte- en koudezintuigen in de huid en de hypothalamus (zie hoofdstuk 9 ); mechanosensoren , gevoelig voor mechanische prikkels; hiertoe behoren in de huid de tastzin, de drukzin en de pijnzin. Inwendige mechanosensoren zijn de spier- en gewrichtszin, de pijnzin en de druksensoren in de bloedvaten. Ook het gehoororgaan en het evenwichtsorgaan bevatten mechanosensoren; fotosensoren of elektromagnetische sensoren, gevoelig voor licht; ze bevinden zich in de retina (netvlies) van het oog.

Daarnaast zijn er nocisensoren : sensoren gevoelig voor bedreigende beschadiging(Latijn: noxa = schade) aan weefsels. Ze komen in het hele lichaam voor. De informatie,die ze doorgeven, wordt ervaren als pijn.

Het reukzintuig bevindt zich in het reukslijmvlies, dat gelegen is boven in de linker- enrechterneusholte op de bovenste concha (neusschelp) en op het deel van het septumnasi (neustussenschot ) dat er tegenover ligt. Het reukslijmvlies bevat behalve dereukzintuigcellen ook steuncellen. De reukzintuigcellen zijn dunne, langgerekte cellen,die zeer fijne ciliën (trilhaartjes) bezitten die uitsteken in het slijmlaagje dat hetreukepitheel bedekt. Door middel van het reukzintuig ruikt men gasvormige stoffen. Dereukstoffen moeten echter in water oplosbaar zijn om tot de ciliën van dereukzintuigcellen te kunnen doordringen.

De reuk heeft ook invloed op de smaakgewaarwording; zo zal men bij verkoudheid, alshet reukslijmvlies grotendeels door slijm is afgedekt, minder goed kunnen proeven. Erbestaat ook verband tussen de reukgewaarwording en de werking van deparasympathische zenuwstelsel (een gedeelte van het autonome zenuwstelsel.Aangename gassen stimuleren de secretie van speeksel en maagsap; onaangenamegeuren kunnen een braakneiging veroorzaken.Het reukzintuig waarschuwt de mens tegen schadelijke invloeden. Vele schadelijkestoffen hebben een onaangename geur. Wel bestaat het gevaar dat de reukzintuigcellenzich snel aanpassen aan de nieuwe omgeving (negatieve adaptatie). Als menbijvoorbeeld een ruimte binnengaat waar een onaangename geur hangt, merkt mendeze na betrekkelijk korte tijd niet meer op.

Het smaakzintuig ligt vooral op de tong en ook in het palatum molle (zachtegehemelte). Ook smaaksensoren worden geprikkeld door wateroplosbare stoffen. Desmaakzintuigcellen op de tong liggen in de smaakbekers van de smaakpapillen.

De smaakbekers bevatten naast de zintuigcellen ook steuncellen; de zintuigcellenbevatten microvilli die door een kleine opening naar buiten steken. Met behulp van dezemicrovilli kunnen slechts opgeloste stoffen worden geproefd. Men kan vier smakenonderscheiden: zoet, zuur, zout en bitter. Alle smaaksensoren zijn gevoelig voor allesmaken, maar er is per sensor een overheersende smaak.

De ‘smaak’ is een combinatie van gewaarwordingen, waarbij niet alleen het smaakgevoelmaar ook de temperatuur en vooral de reuk een rol spelen. De gewaarwording met hetsmaakzintuig is veel ongevoeliger dan die met het reukzintuig. Door de smaak herkentmen niet alleen het voedsel, maar het regelt ook de sapafscheiding in de mond(speeksel) en in de maag (maagsap).

Aan de buitenzijde van het menselijk lichaam, namelijk in de huid, zijn erthermosensoren die gevoelig zijn voor temperatuurschommelingen en die eenbelangrijke rol spelen bij de regulatie van de lichaamstemperatuur.De warmtezintuigen liggen verspreid in de huid, vooral op de handen, in het gezicht enin de slijmvliezen van de neusholte, de mondholte en de slokdarm. Ze liggen diep in dedermis (lederhuid). Het zijn evenals de koudezintuigen kolfvormige orgaantjes van vrijezenuwuiteinden. Ze worden geprikkeld bij verwarming van de huid waardoorvasodilatatie optreedt. Hoge temperaturen (boven 41 °C) geven bovendien eenpijngewaarwording.

Het gehoororgaan is grotendeels gelegen in het rotsbeen (pars petrosa), onderdeelvan het os temporale (slaapbeen). het uitwendige oor (het geluidopvangendegedeelte), het middenoo r (het geluidgeleidende gedeelte) en het binnenoor ofinwendige oor (het geluidwaarnemende gedeelte en evenwichtsorgaan).

Drie gehoorbeentjes met hefboomwerking:

malleus (hamer) met de steel tegen het trommelvlies gelegen; incus (aambeeld), verbonden met malleus en stapes; stapes (stijgbeugel), met de voetplaat vergroeid met het ovale venster.

Het geluid dat we waarnemen zijn trillingen van de lucht veroorzaakt door eengeluidsbron (bijvoorbeeld een stem, een piano). Het geluid kan zich voortplanten vialucht, vloeistoffen en vaste stoffen. Uiteindelijk is het in de praktijk altijd een luchttrillingdie een gewaarwording zal teweegbrengen in de hersenen. Wanneer er geen medium isals lucht, dan is horen uitgesloten. Op de maan kunnen astronauten geen ‘normaal’gesprek voeren. Voortplanting van het geluid betekent niet dat er luchtdeeltjes op onstrommelvlies afkomen. Wat tijdens de voortplanting van het geluid wordt doorgegeven isde activiteit: de trilling die van het ene deeltje op het andere overgaat. Ten slotte wordt detrilling van de luchtdeeltjes overgebracht op het trommelvlies, dat nu eveneens mee gaattrillen. De luchtdeeltjes blijven tijdens de voortplanting zo praktisch op hun plaats.

De mens kan in principe alleen trillingen waarnemen waarvan het trillingsgetal (defrequentie) ligt tussen 16 Hz en 20 000 Hz. Op hoge leeftijd kan men nog slechtsgeluidstrillingen waarnemen waarvan de frequentie ligt beneden 13 000 Hz.

De geluidstrillingen gaan via de uitwendige gehoorgang naar het trommelvlies. Deoorschelpen hebben bij de mens slechts een geringe betekenis voor het bepalen van derichting van het geluid. Door de bouw van de uitwendige gehoorgang wordt het geluidongeveer driemaal versterkt. Door de buis van Eustachius, die tijdens het slikken wordtgeopend, wordt de druk aan weerszijden van het trommelvlies even groot waardoor hetvrij kan meetrillen. Als het vrij grote trommelvlies in trilling wordt gebracht, wordt detrilling via de gehoorbeentjes ongeveer twintig keer versterkt overgebracht op het ovalevenster en derhalve op de ectolymfe van de scala vestibuli van de cochlea. Deversterking van de trillingen wordt gedeeltelijk veroorzaakt door de hefboomwerking vande gehoorbeentjes, maar vooral door het kleine oppervlak van het ovale venster.Wanneer het ovale venster in trilling komt kan de ectolymfe in de scala vestibuli bij hethelicotrema in de scala tympani stromen, doordat het ronde venster enigszins naarbuiten zal uitwijken om de vloeistofstroom op te vangen. Ook zal door een hogere druk inde scala vestibuli de scala media met het orgaan van Corti in de richting van de scalatympani worden bewogen. Het basale membraan beweegt hierbij in een richtingloodrecht op zijn oppervlak. Hierdoor verschuiven het basale membraan en hetdakmembraan ten opzichte van elkaar, waardoor de haartjes van de zintuigcellenworden afgebogen. Naarmate het geluid sterker is worden de haartjes sterkerafgebogen. De trillingsenergie van de haartjes van de zintuigcellen wordt overgebrachtop de vezels van de gehoorzenuw die de impulsen naar het gehoorcentrum in dehersenen geleidt, zodat men zich de geluidsprikkels bewust wordt.

Hoewel het evenwichtsorgaan in het inwendige oor is gelegen, moet het tochbeschouwd worden als een zelfstandig orgaan. De waarnemingen wordt men zich echterzelden bewust; het zijn hoofdzakelijk reflexen waardoor de juiste stand en de houdingvan het lichaam worden geregeld (ruimtelijke oriëntatie).

Het gezichtszintuig is in staat om lichtprikkels (elektromagnetische golven of trillingen)op te vangen en in de vorm van impulsen via de nervus opticus naar de sensibelevisuele schors door te sturen waardoor men kan zien. Bij het gezichtszintuig kan menonderscheid maken tussen de oogbol met de oogzenuw (nervus opticus) en dehulporganen van het oog. De nervus opticus voert de impulsen naar de gezichtscentrain de grote hersenen.

Door prikkeling van de oogwimpers of de cornea worden de oogleden zeer snelgesloten: de lidslagreflex****. Hierdoor wordt het oog tegen te sterk licht en stofbeschermd.

Wenkbrauwen voorkomen dat zweet van het voorhoofd in de ogen loopt.

In de traanklier wordt het traanvocht geproduceerd dat door sluitbewegingen van hetbovenste ooglid over de oogbol verdeeld wordt. Hierdoor wordt uitdroging (troebeling)van de cornea verhinderd;

A&F Hoofdstuk 8. Zintuigen - Anatomie & Fysiologie Hoofdstuk 8. Zintuigen  U kunt de drie - Studeersnel (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Dong Thiel

Last Updated:

Views: 5845

Rating: 4.9 / 5 (79 voted)

Reviews: 86% of readers found this page helpful

Author information

Name: Dong Thiel

Birthday: 2001-07-14

Address: 2865 Kasha Unions, West Corrinne, AK 05708-1071

Phone: +3512198379449

Job: Design Planner

Hobby: Graffiti, Foreign language learning, Gambling, Metalworking, Rowing, Sculling, Sewing

Introduction: My name is Dong Thiel, I am a brainy, happy, tasty, lively, splendid, talented, cooperative person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.